Samengesteld door Chrétien Breukers en Dieuwertje Mertens. Uitgeverij Marmer bv, Baarn 2015
Beheer
Hoe ik met het houden
van ouders begon,
toen ik mij kwijt was
in een kind.
Tweemaal ouder werden zij
mijn oudste kinderen.
Zwakker wordend sterkten zij
in mij aan totdat zij ademden
als in hun eerste albums.
Hoe ik hun levens afstof,
restaureer, hun klein museum
conserveer.
Hoe ik verouder tot grijze wees
van onvergankelijke ouders.
Hoe het nooit meer ophoudt
toen te worden.
Om de beurt
En het geschiedde in de vrije jaren zeventig
dat de Buwalda’s helemaal uit Groningen
ten behoeve van partnerruil met doosje en
apparaat voor onze Gelderse deur verschenen.
Nadat mevrouw zich weldra bloot als een vis
op ons vloerkleed had uitgestrekt, begon meneer
een preekbeurt over het hoe en het wat van het wad
dat hij tegen een vrijgemaakte wand projecteerde.
Terwijl ik aan zijn vrouw zat, raakte die van
mij verstrikt in de netten van de droogkloot
met geitenwollen sokken in open sandalen.
Eindelijk een vent die van haar af bleef.
Jaren later begreep ik de draagwijdte van zijn
vertoog: soms was het wad, meestal was het
niet. Wij hielden het op den duur niet droog,
werden schipbreukelingen zonder compassie.