Ik schreef dit gedicht bij: Edward Hopper, Hotel by the Railroad (1952)
HOTEL *
Zie mij zitten met zijn agenda in mijn schoot,
waar wacht hij op?, ik krijg het koud al biedt
het licht me soelaas. Overmorgen doet hij
het met zijn vrouw lees ik aan het kruisje af.
Dadelijk schiet hij zijn peuk het raam uit
en zuigt hij aan mijn vlees. Als het meezit
vertrekt hij zo, ben ik alles behalve van hem.
*
naar Edward Hopper: Hotel by the Railroad 195