Samengesteld door Henk van Zuiden, Uitgeverij 521, Amsterdam 2004; hierin is opgenomen Liefde (latere titel: Avondland)
Liefde
De achterband van mijn fiets plakkend
voel ik jouw hand van gisteren
de knoopjes naar mijn hart los tasten,
hoe je kopjes aan mijn rug geeft.
Ingesponnen tussen de tokkel
van je vingers en het bonzen
van je slaap, reed ik je
tot in de schemering.
Het enige wat niet zweeg
was het wiel in zijn zachtjes
aanlopend verweer. Oud en zwaar
piepten we door ons avondland.
Ik streel de lijm om het gaatje
en wacht tot die wit is opgedroogd.