Op maandag 22 december 2014 organiseerde voormalig Nachtburgemeester Doro Krol het Kaarsenfeest voor de Kerst: ‘Laat het licht in het donker schijnen’. Ik las een aantal gedichten: Vakwerk, Tuin, Zoiets, Witheid, Overzet, Ijs, Wijding, Sneeuw, 21 december, Drie Koningen.
21 december
Midwinterlicht: grijs
dat twijfelt tussen dag
en nacht. Midwinterwende:
dag tot schaduw gekrompen,
nacht gezwollen van het licht
dat straks opnieuw geboren
wordt. Licht naar binnen
gesmokkeld in uitgeholde biet,
lampion, elektrische kandelaar.
Nacht als een lange mantel
maar je schuilt in je zelf
verlengde dag.
Sneeuw
Dat krijg je van sneeuw,
dat een plotselinge sluier
je uitgeleefde tuin verduistert
met de helderheid van een leeg
wit blad papier, de verblindende
scherpte van een verliefdheid
dat je na de schittering
als de dooi inzet, je ogen
opnieuw in moet stellen
op het gras, de vijver, alles
wat is zoals het was
dat het gedicht dat boven
water komt, vertrouwd meteen
verrassend anders is. Als lente,
je geliefde: geruststellend
hetzelfde, even nieuw.
Drie koningen
Elke dag liet hij ze dichter bij
het kind, hij was hun ster.
In drie weken trokken ze van
zolder met hem mee via serre
naar de kribbe op de kast.
Zijn geloof lag in zijn daden.
Met gordijnstof, moeders onder-
rok, sigarenkistje transformeerde
hij me tot zijn vierde wijze,
kroon op zijn werk.
Verbeelding krijgen kinderen van
vaders die kinderen van vaders bleven.