Dichter Victor Vroomkoning: “Een gedicht schrijft zichzelf”.
Op 24 januari 2010 werd in de Basisbibliotheek Maasland de Landelijke Gedichtendag gevierd. Het was een aangename mix van gedichten, verzorgd door de Dichtersbent Oss en een aantal jonge dichters, gelardeerd met virtuoos gitaarspel van Léon Hoeks en Roy van der Lee.
De hoofdgast van deze middag was dichter Victor Vroomkoning (1938), pseudoniem voor Walter van de Laar.
Volgens Victor: “ Ik ben muzikaal opgevoed, kreeg piano- en vioolles, schreef zelf een twintigtal melodieën en dat is zeer zeker van pas gekomen tijdens mijn dichtwerk. Al tijdens mijn schooltijd (HBS Eindhoven) schreef ik schriften vol met gedichten, maar ik vond de kwaliteit zeer matig. Ik deed er dan ook niets mee, was jarenlang werkzaam in het middelbaar- en hoger onderwijs (Nederlandse taal en letterkunde), studeerde later filosofie en pas toen ik 45 jaar oud was, debuteerde ik en het was meteen succesvol. Omdat ik weinig verbeelding heb, moet ik het hebben van de dingen die ik meemaak; trouwens ik denk, dat alles wat schrijvers aan het papier toevertrouwen, autobiografisch is. In veel gedichten
staan mijn ouders centraal, in mindere mate mijn geliefden, mijn kinderen, soms vrienden. Als stadsdichter van Nijmegen (2006-2008) schreef ik in opdracht; een goede manier om vooral op de vorm te letten. Ik word trouwens steeds bij opdrachten betrokken.”
Een bijzondere opdracht was een gedicht maken voor een vrouw, die aanspoelde bij Nijmegen; het gedicht van Victor ging mee haar kist in.
Op de vraag, hoe een gedicht bij hem ontstaat, antwoordt Victor: “ Een gedicht schrijft zichzelf, is mijn ervaring. Het eerste woord dat je schrijft, roept een ander op etc. Ik ben ook altijd benieuwd naar het eindresultaat. Elk gedicht is een zelfportret. Op een gegeven ogenblik zegt het gedicht tegen je, dat het af is. Maar toen ik bezig was mijn verzameld werk onder ogen te zien, heb ik aan veel gedichten nog zitten peuteren (zie de oorspronkelijke bundels in vergelijking met ‘Ommezien, Gedichten 2008-1983’).”
Een heel bijzondere ervaring was het schrijven van gedichtn onder het heteroniem Stella Napels. Volgens Victor: “Ik wilde erotische verzen schrijven vanuit een vrouwelijke ik. ‘Lippendienst’ was een experiment. Dat heb ik geweten: het is als man moeilijk om je te verdiepen in de psyche van de vrouw!”
Victor komt uit een zeer katholiek milieu en hij vindt het nog steeds jammer dat het Latijn uit de mis nagenoeg is verdwenen: “Je kunt best in de kerk zitten, zonder dat je weet waar je het over hebt!”
Victor is heel actief: “Ik ben tamelijk druk in het circuit en word regelmatig gevraagd voor allerlei, de literatuur betreffende, zaken: jureren, inleiden, presenteren, lezen, workshops en in opdracht schrijven. Momenteel loopt een project dat ik samen met beeldend kunstenaar Monique Broekman in de Boxtelse protestante kerk heb ontwikkeld: ‘De bruiloft van Kana’. Ik schreef er 7 gedichten voor. Verder heb ik een rubriek in een blad, waarin ik belangrijke figuren uit de regio interview over de Eros in hun leven; dat is proza maar vind ik aardig om te doen. Ook ben ik lid van een paar literaire instellingen die me geregeld werk bezorgen.”
Diverse prijzen voor zijn oeuvre vielen hem ten deel.
Op de vraag of er nog een nieuw project op stapel staat, antwoordt Victor: “Ik zou graag een erotische bundel willen maken over een oudere man, die terugziet op zijn liefdesleven. Maar dat is toekomstmuziek, ik moet eerst nog wat ouder worden.”