handreiking bij de jaarorde
herfst 2018, jaargang 41, nummer 4. Uitgave van het Boekencentrum Uitgevers te Utrecht. Hierin opgenomen:
VISIOEN
Er was hem ’s nachts iets overkomen,
het leek of hij gedwaald had en starnakel
in de kelder was beland waar hem
een diep geheim deelachtig werd.
Erna had hij zich teruggevonden bij de
tuinput die ging galmen van zijn eigen
stem maar wat hij sprak – als wartaal
klonk het, tot hij doornat van het zweet was
bijgekomen op de trap die naar de zolder
ging, maar lopen kon hij niet, hij leek
wel vastgenageld aan het hout en toen,
toen kwam zijn moeder uit de dood
getreden, was hij weer bij haar voor
zij stierf en zij zich ophief en in één blik
scheen te overschouwen wat bestond.
En of dat niet genoeg was, zag hij met
haar ogen hoe de wereld in elkaar stak.
De eerste dag
