Liber Amicorum t.g.v. de 70ste geboortedag van Piet Bakker
vooraanstaande vrijwilliger bij het Poëziecentrum Nederland.
Samenstelling: Liesbeth Ulijn en Wim van Til, Nijmegen 23 oktober 2021
Dag Piet,
Ik feliciteer je dubbel: met je 70ste verjaardag en in het bijzonder omwille van je acrobatie, je salto mortale’s ten einde het poëziecentrum met Wim en nog enkele getrouwen al zoveel jaren te steunen en overeind te houden. Je bent van alles tegelijk: beschermheer, boekensteun, stille kracht, kern- reactor, magazijnmeester, rechterhand, Centrumspits, goede wil, warme bakker, boekenlegger, weetveel, archief, bloemlezer, slangenmens, conservator, vliegende kiep, regelmaat, boekenhouder, major domus, jij dansende, soepel manoeuvrerende, vliegensvlugge, onnavolgbare duvelstoejager.
Als cadeautje had ik je gemakshalve een vers over mijn vader aangereikt, die zijn hele leven bakker was. Maar zo’n flauwe allusie vervang ik beter door een illusie, een die jijzelf in leven houdt: hoe je al die dingen (zie boven) volbrengt, hoe je dat flikt.
Beste Piet, blijf doende in het PcN ‘onder het applaus van de omstanders’. Hoera, hoera, hoera
DE ILLUSIONIST
De illusionist komt op, ontrolt een touw
gooit het de lucht in waar het als een paal
gaat staan. Het uiteinde verdwijnt in
een wolk. Uit de meegebrachte zak kruipt
een kind dat langs het touw klimt en eveneens
verdwijnt. Stukje bij beetje vallen uit
de wolk: een arm, een been, nog een arm,
een tweede been, een hoofd en een romp
die de man bijeen raapt en in de zak bergt.
Hij richt zich tot het touw, slaakt enige
klanken en zie: het valt slap uit de hemel,
uit de zak kruipt het kind weer.
De illusionist verlaat het marktplein
onder het applaus van de omstanders.