Een keuze uit de tijdschriften. Hubert van Herreweghen en Willy
Spillebeen, Davidsfonds Leuven 1986. Hierin: Onderweg en Droombeeld.
Onderweg
Wij waren Bergen al voorbij.
Het linnen dak was opgestroopt.
Ik lag languit, mijn hoofd
in moeders plooien.
Vader reed, geloof ik,
op de sterren. Na een bocht
of wat was hij verdwaald.
De maan liet doorschemeren
dat we midden in
de duinen stonden.
Zij meenden dat ik sliep.
Hoor je de zee?, vroeg hij.
Zij schoof mij uit haar schoot.
Zij gingen dieper
in de nacht dan ik kon zien.
Heb ik ooit meer droom bedacht
voor wat mij werd verzwegen?
Droombeeld
Laatst weer moeder in de slaap
ontmoet, wachtend op wat vader
haar beloofd had in mijn droom.
Ze was zo jong nog dat ze zong.
Vlees van top tot teen lag zij wel
uren door mijn hoofd te zingen.
Tot het morgenlicht wou vader
ons maar niet te binnen schieten.