Gedichten. Jubileumnummer 1970- 1990. Literaire instuif
Haarlem, 1990. Hierin opgenomen Vijftien, Belvédère en Orpheus.
Vijftien
Vlinder is zij duizend
ogenblikken. Zij verdwijnt
waar zij verschijnt,
waar zij is, ontgaat zij mij,
waar zij was, trilt zij na.
Zij bestaat nooit stil.
Haar vangen is haar doden,
haar houden is haar laten.
Orpheus
Is er een dichter in de zaal?
Een meisje is de spraak
vergaan. De jonge god die zij
aanbidt, voor wie zij op haar
knieën lag, heeft haar verlamd.
Gevreesd wordt voor haar hart.
Dringend verlangd: een zanger
die zijn woorden op haar lippen
legt waarmee zij aan het god-
delijke raakt. Wie leent zijn
stem, beweegt haar tong, redt
haar uit het Rijk der Lammen
want lief is zij en mooi maar
buiten zinnen.