Nieuwe religieuze poëzie. Samengesteld en ingeleid door Rudolf van de Perre. Davidsfonds/ Clauwaert, Leuven 1996. Hierin opgenomen:
De mens
Na de vrijmaking van licht uit donker, aarde
uit water: gods meesterproef. Het beeld dat
hem voor ogen staat weerspiegelt zich in dat
der engelen van wie hij al de vleugels
voor de vogels heeft afgekeken.
Zijn almachtige handen doen het werk terwijl
hij, jeukerig nieuwsgierig naar het resultaat,
met het ene oog zichzelf aanschouwt, met het
andere de mensaap diep beneden hem volgt.
Dan, in een onbewaakt ogenblik, ontglipt
het hem: warm en trillend van leven, met
leem bevlekt, ongeduldig, verre van af.