uitgeverij De Arbeiderspers, Amsterdam-Antwerpen, 2005
Vakwerk
‘Praat me niet van sneeuw en ijs,’
sprak mijn meelbestoven vader
terwijl hij witbrood in de rijs-
kast schoof, ‘daar komt maar dooi van.’
Maar toen hij ´s avonds in de maan-
overgoten kerstetalage van zijn tuin
heenkeek over het bruidssuikeren
gazon, de borstplaten vijver,
de marsepeinen beelden op hun
sokkels van fondant, knorde hij
voldaan: ‘Het kan niet anders
of de Schepper moet een bakker wezen.’
Iets
De grot waarin ik ben
maakt me mijn hart bewust
mijn zinnen zijn verlamd de lust
is dood niets dat ik nog ken.
Een zacht geruis bezingt mijn oor
mijn mond is droog mijn ogen blind
geen oorsprong die ik zoek of vinden
moet de duisternis is door en door.
Een klank is het die tot me komt
geen woord geen lettergreep
een toon die niets betekent.
Er komt iets in me om
iets wat ik nooit begreep
Gekozen door Lut Missinne