Samenstelling: Chrétien Breukers, De Contrabas Bloemlezing, BnM Uitgevers, Nijmegen 2006. Waarin: Vuilniszakken, Bedrijvigheid, Uur U, Nacht, Icoon, Het schouwen van vriend K.
Icoon
Ik kwam aan een oase, een vrouw
stond blootsvoets in zichzelf geschaard,
lege ogen boven een mond vol krijt,
levende afwezigheid. Zij strekte zich
tot in de verten uit, eindeloze
bruid. Lijmen voeten kreeg ik, veren
van de vogels die haar omhalsden,
ik voelde mij zo wijd als zij.
Zij openbaarde mij een glimp van
heiligheid, mijn afgeleefde kleren
gingen glanzen in het eigeel licht
dat zich uit alle hoeken repte,
de barsten in mijn kop en leden
heelden, mijn wonden werden vlees.