Bij haar afscheid van het ROC Nijmegen op 4 oktober 2012 las ik het gedicht Op tweederde van de tocht dat ik voor haar geschreven had.
Op tweederde van de tocht
- voor Anky Marijnissen
Als een Vis in het water voelde je je op weg
naar Sneek en Ijlst. In zevenmijlslaarzen naar
Sloten, meisje - van - stavast. Maar als vrouwtje -
van - Stavoren je eerste scheve schaats. Botte
doorlopers tussen Hindeloopen en Workum.
Bij Bolsward had je pas de lichtste helft gehad.
Langzaam kwamen vergeten herinneringen
in je op langs de Waddenzee bij Harlingen.
Je moest denken aan het landschap van de Ooij
op een schilderij van Paul, home sweet home.
Nu ben je op tweederde van je tocht, je zegt
het ROC gedag. Je weet, zwart ijs glijdt best
dus wat deert je het zwarte gat, wak
in de tijd die voor je ligt, wie doet je wat
voorbij Franeker? Je hebt je onder controle,
een gezonde geest in een gezond lijf, dus dolen
tussen Bartlehiem en Dokkum zul je niet licht
al komt het laatste stuk langzaam in zicht.
Zal je hart blijven Bonke tot Leeuwarden
en haal je ’t Kruisje nadat álles is volbracht?