Victor Vroomkoning Tachtig, Zijn mooiste gedichten/ Intiem bestaan, over de poëzie van Victor Vroomkoning

Front tachtig

Uitgeverij  De Arbeiderspers, Amsterdam/Antwerpen 2019


Front_intiem-bestaan.jpg
Deze (jubileum) bundel werd tweemaal gepresenteerd in samenhang met Intiem bestaan, over de poëzie van Victor Vroomkoning van de hand van Riny Jans,
Uitgeverij Flanor, Nijmegen 2019

Uitnodiging

Victor Vroomkoning TACHTIG

UITNODIGING PRESENTATIE NIEUWE BOEKEN VAN EN OVER VICTOR VROOMKONING

Dichter Victor Vroomkoning werd onlangs tachtig jaar. Naar aanleiding daarvan verschijnen twee uitgaven die feestelijk worden gepresenteerd en waarvoor u hartelijk wordt uitgenodigd:

Victor Vroomkoning TACHTIG, zijn mooiste gedichten (De Arbeiderspers),
Een fraaie uitgave van zijn evergreens uit 35 jaar dichterschap. ISBN 978 90 295 2641 (€ 21.50).

Riny Jans: INTIEM BESTAAN, over de poëzie van Victor Vroomkoning (Flanor).
Door interviews, literatuurresearch en met behulp van Vroom­konings persoonlijke archief schreef Riny Jans dit boek waarin biografie en dichterschap elkaar raken. ISBN 978-94-92432-07 (€ 22.00).

De uitgaven worden op twee data en op bijzondere locaties gepresenteerd:

Op 30 maart in Boxtel: 
Locatie: de protestantse kerk, Clarissenstraat 18, 5281 AZ, Boxtel.
Aanvang 15.00 uur, inloop vanaf 14.30 uur.
Gasten: De heer A.M.T. Naterop, burgemeester van Boxtel; Peter Nijssen, redacteur van de Arbeiderspers, die het programma zal presenteren; Daan Cartens, conservator van het Literatuurmuseum; singer-songwriter Alex Roeka en dichter Heidi Koren die Riny Jans zal interviewen. Vroomkoning leest uit ‘Tachtig’.

Op 14 april in Nijmegen: 
Locatie: lutherse kerk, Prins Hendrikstraat 79, 6521 AX, Nijmegen.
Aanvang 15.00 uur, inloop vanaf 14.30 uur.                            
Gasten: Michiel van Kempen, bijzonder hoogleraar Nederlands-Caraïbische Letteren; Karel Bosman, voormalig begeleider van Willem Wilmink; Wim van Til, directeur van het Poëziecentrum Nederland, die Riny Jans zal interviewen en het programma zal
presenteren. Vroomkoning leest uit ‘Tachtig’.
Na het officiële gedeelte staan drankjes en hapjes voor u klaar.

De beide boeken zijn gesigneerd tijdens de presentatie verkrijgbaar.
Bovendien is TACHTIG in elke boekhandel verkrijgbaar en is INTIEM BESTAAN bestelbaar via uitgeverij Flanor (zie bijlage).
Wij zouden het op prijs stellen als u in verband met de catering vóór 22 maart laat weten op welke datum/data en met hoeveel personen u aanwezig bent.

Wees welkom namens

Uitgeverij De Arbeiderspers
Uitgeverij Flanor

website_1b_foto.jpg
(foto van Noud van Koll)  Victor Vroomkoning en Riny Jans


Riny Jans, Intiem bestaan: over de poëzie van Victor Vroomkoning

Wat doe je als je je op de middelbare school dodelijk verveelt en allergisch bent voor het gezag van leraren? Victor Vroomkoning (1938) ging spijbelen en dichten. Zijn brave probeersels verschenen in de schoolkrant, zijn erotische gedichten verstopte hij op zijn slaapkamer. In 1983 trad hij als dichter naar buiten, met meteen twee bundels. In 1997 ontstond reuring toen een seksueel getinte dichtbundel verscheen van Stella Napels. ‘Kan zo’n bundel van de hand van een vrouw zijn?’, vroeg Gerrit Komrij zich openlijk af. De ontknoping volgde na enige tijd: achter Stella Napels ging Vroom­koning schuil. Zijn poging in de huid van een vrouw te kruipen en zo de genderdiscussie – dichten vrouwen anders dan mannen? – te tarten, was geslaagd.

‘Ik heb een geheugen als een zeef’, waarschuwde Vroomkoning toen vanwege zijn tachtigste verjaardag het idee voor Intiem bestaan ontstond. De werkelijkheid bewees het tegendeel. Wekelijkse interviews met de dichter, Vroom­konings persoonlijke archief en literatuurresearch maakten het schrijven van dit boek mogelijk. Het richt zich op Vroomkoning als dichter, maar ook de mens achter Vroomkoning wordt belicht. Welke gebeurtenissen in zijn leven maakten dat er een gedicht moest komen? Waarvan moest de dich­terspen hem bevrijden? Wat betekende het stadsdichterschap van Nijmegen voor hem? In Intiem bestaan overpeinst dichter Victor Vroomkoning de breuken in zijn leven, de waarde van poëzie, het dagelijks leven als inspiratiebron en de betekenis van de liefde en de erotiek voor zijn poëtische pen. Het boek bevat een zo compleet mogelijke bibliografie van Vroomkonings werk en een biografisch overzicht van de belangrijkste momenten in zijn leven.

Klik hier voor BRABA, een artikel van Henk van Weert.

 

Presentatie van TACHTIG /  INTIEM BESTAAN in Protestantse kerk in Boxtel op 30 maart 2019
Toespraak van Daan Cartens, conservator van het Literatuurmuseum in Den Haag:

Victor Vroomkoning Vernissage 80 – Boxtel 30 maart 2109
Dierbare Walter en Anne, meneer de burgemeester, dames en heren,

In de nationale portrettengalerij in het Literatuurmuseum in Den Haag hangen een kleine vijfhonderd schilderijen, gouaches en tekeningen van onze schrijvers en dichters. Van de meesten één, van sommigen twee. Wat aan die duo’s opvalt, is dat ze sterk uiteenlopen, alsof ze een vertekende dubbelganger zijn van zichzelf. Zo hangt er een felrealistische Carmiggelt tegen het décor van den Haag, zijn geboortestad en Amsterdam, de stad die hij als Kronkel zo vaak heeft bekeken. En een zelfportret als romantische jongeling waarin de chroniquer van het alledaagse leven amper valt te herkennen. En Remco Campert prijkt aan de muur als de bankdirecteur die hij nooit was en als de tedere echtgenoot van de schilderes Fritzi Harmsen van Beek.
De man hier die vanmiddag in het kerkenlicht in het middelpunt staat, tachtig jaar en een aantal maanden oud, is ook dubbel vertegenwoordigd – alhoewel? De Victor Vroomkoning die Robert Terwindt in 2004 schilderde is de herkenbare dichter, eeuwig jong, zoals velen van u hem kennen. Scherpe oogopslag, bijgepunt baardje, de lippen pogen een malicieus lachje te vormen, alsof de dichter wil zeggen: wacht maar wat jullie dadelijk zullen lezen. Terwindt heeft dat goed gezien, vind ik, want Vroomkoning tot de anekdotische dichters rekenen – zoals heel vaak gebeurt – doet hem absoluut geen recht. Goed, zijn verzen zijn aan het alledaagse leven ontleend, symbolische bespiegelingen of mystieke hoogspraak zul je bij hem niet aantreffen, maar hij is wél een dichter met een hoge inzet, bundel na bundel. Wat hij inzet is zijn eigen leven, hij dicht als het ware zijn leven, herkenbaar en onherkenbaar – maar niet voor degene die de woorden in het gelid zet.
Dat brengt me op het tweede portret dat aan de wanden van het Literatuurmuseum hangt. Het is geschilderd door Sven Hoekstra, van later datum in 2009, 12 jaar na de bundel Lippendienst van degene die hier wordt uitgebeeld, Stella Napels. Een heteroniem van de dichter, zoals al snel bekend werd. Ik weet wel zeker dat deze naam veel bezoekers van het museum weinig zal zeggen. Even het geheugen opfrissen: Stella Napels publiceerde een bundel met ongemeen felle erotische gedichten, waarin de hartstocht in alle kleuren en gradaties werd beschreven, door de voelbare inzet een waar unicum in onze letteren, al was het maar door de vele verrassende neoligismen. Hoe beeld je zo’n dichter uit? Ik mag wel zeggen dat Hoekstra dat op een intrigerende manier heeft gedaan. We zien een man/vrouw met gespreide benen op een zetel met naast zijn rechterbeen een drietal vuilniszakken – een verwijzing naar één van de meest gebloemleesde gedichten van collega Vroomkoning. In zijn rechterhand en op zijn schoot bevinden zich vier mysterieuze poppen, één van een lachende koning die niet bepaald uit het kerstverhaal is weggelopen, één met een poppenmasker en twee van geraffineerde jonge vrouwen. De dichter, qua fysionomie duidelijk een man, lijkt een vrouwenmasker te dragen, licht opgemaakt en wel. Hier zijn de lippen gesloten, bijna verbeten, maar de ogen spreken het meest: dat zijn de ogen van een zelfbewuste vrouw, ik zou haast zeggen: de ogen van een femme fatale en dat is natuurlijk geheel naar de inhoud van Lippendienst. Vermomming van de vermomming, de dichter die zich vanaf zijn eerste bundel De einders tegemoet (1983) het pseudoniem Victor Vroomkoning aanneemt, zich verkleed als een door erotiek bezeten vrouw, maar in het leven van alledag een aardige, weifelmoedige man is. Kortom, dames en heren, waar is Walter van de Laar?
Als ik flauw wil zijn zou ik zeggen: die zit hier voor me, maar dat doe ik niet, want nadat ik de prachtige bundel 80 had gelezen en meermaals herlezen, ben ik ervan overtuigd geraakt dat het titelblad er ook anders had kunnen uitzien en dat bedoel ik dus als compliment, zo onverhuld persoonlijk is deze poëzie, een heuse verbeelding van die beroemde regel van T.S. Eliot: in my beginning is my end. De verzen uit een kleine veertig jaar dichterschap vertonen, zo zult u bij lezing merken, een sterke eenheid. Ze getuigen van weemoed en melancholie, van verwondering en hartstocht ook en vormen zo bij elkaar staand het spiegelbeeld van de maker, nu eens bepaald niet in vermomming maar in de sobere kleren waarin hij doorgaans gestoken is. En, bedoeld als eresaluut, zou ik op het titelblad hebben gezet: Walter van de Laar / Tachtig / De mooiste gedichten van Victor Vroomkoning, Stella Napels en hemzelf.
Dat is geen flauw grapje, maar mijn trucje als conservator van het Literatuurmuseum om een derde schilderij aan het al hangende duo toe te voegen zodat mijn gewaardeerde vriend dubbel plus één vertegenwoordigd is. Dat is pas een echt cadeau voor een tachtigjarige. Dus, Walter, zet Sven Hoekstra aan het werk en we hangen het derde doek samen aan de wand, misschien wel in ons toekomstige pand.
Niets is vervelender op een feestelijke middag als deze u te vermoeien met een poëticaal wetenschappelijk vertoog over deze kloeke bundel. Dat zal ik niet doen. Wel wil ik tot besluit iets zeggen over de gedegen samenstelling door de auteur zelf, zijn uitgever en redacteur Peter Nijssen en enkele nabijen.
Als ik het goed zie, zijn er drie belangrijke thema’s die het oeuvre van Victor Vroomkoning bepalen. Dat is allereerst Het land van herkomst, hier dus, Boxtel, het ouderlijk huis, het gezin Van de Laar. Dan de liefde, die bloeit en groeit, maar ook teleurstelt en niet zelden eenzaam maakt. En dan zijn er de verzen die ik nu maar chique zal aanduiden als gedichten over de condition humaine, vaak puntige terzijdes in het geheel van een bundel, die verraden dat de dichter behalve Neerlandicus, ook een geschoold filosoof is. En dan zijn er, maar die vormen mijns inziens geen hecht thema de gelegenheidsgedichten, zoals geschreven tijdens zijn stadsdichterschap van Nijmegen, die de gelegenheid overstijgen, daarmee volwassen gedichten zijn van een uitstekend observator. Aangrijpend is bijvoorbeeld ‘Joodse begraafplaats Beth Chaim’, het niet toegankelijke joodse kerkhof in Nijmegen, dat door de dichter op zijn verzoek wel mocht worden betreden. Nadat hij de begraafplaats heeft gesitueerd, ‘leest’ de dichter de namen op de zerk achter een leeg graf. Volgen vijf namen van familieleden. Allemaal omgekomen. Volgt deze afsluitende strofe:
Citaat:
Joodse dodenakkers zijn in de geest/ niet-militaire oorlogsbegraafplaatsen/ met in totaal ruim zes miljoen gesneuvelden.
De dichter dicht zijn leven, ik zei het al, hij laat zijn geheugen spreken en dat leven wordt omspannen door ouders, kinderen en kleinkinderen met de liefde in duidelijk waarneembare vrouwengestalten als middelpunt. Ik heb niet Scheepmakeriaans geturfd, maar de gedichten over het Land van herkomst, over de ouders, over de ziel van de ouders in de dichter zelf en ook weer in zijn kinderen, zijn verreweg in de meerderheid. Dat vind ik voor een bundel die Tachtig heet – en vast geen eindpunt betekent, Walter kennende – een mooi en ook wel troostrijk gegeven. Het zijn overigens niet alleen de ouders die getypeerd worden, maar ook een wellustige, grijpgrage tante: ‘terwijl zij in een zoet vergrijpen/ een lading vingers op mij loslaat’, - kom er maar eens om, zo’n tante, ik had ze niet! Heel mooi vond ik altijd al het gedicht “Beheer’, dat ook gelukkig is opgenomen. Het beschrijft in kernachtige regels het hopeloos ouder worden van de vader en de moeder tot: ‘Tweemaal ouder werden ze / mijn oudste kinderen.’ En eigenlijk geldend voor zo veel gedichten in de afsluitende strofe: ‘Hoe het nooit ophoudt / toen te worden.’  Of, zoals in de laatste strofe van ‘Erfgoed’ waarin de dichter zijn eigen angsten projecteert in die van zijn zoon: ‘Hoe toekomst onherroepelijk/ verleden aanmaakt, hoe steeds / meer vroeger in ons woekert.’ En nog één uit het vers ‘Kind’: Zo kind blijf ik zolang/ mijn moeder leven heeft.’
Dit is poëzie die helder is, niets verbergt in duistere symboliek, dit is poëzie die in een ieder zijn of haar eigen leven oproept en in herinnering ontroert en aangrijpt. Als een dichter dat bewerkstelligt – en dat lukt Vroomkoning – heeft hij misschien niet voor de eeuwigheid (dat weet je maar nooit) maar wel voor ons, nu, geschreven. En dat is een felicitatie, tachtig of niet, meer dan waard.
Dierbare Walter, van de veertig jaar dichterschap kennen wij elkaar zo’n vijfendertig jaar, heb ik deze week uitgerekend. Je stuurde je verzen naar het tijdschrift Bzzlletin, waarvan ik in de vroege jaren tachtig eindredacteur was. Ik nam er een aantal op, wij correspondeerden, open en hartelijk. Aan het eind van dat decennium leerde ik mijn Nijmeegse helaas overleden geliefde kennen, die met zijn boezemvriend bij jou in de klas had gezeten. Weer laten zaten wij samen in de jury van poëzieprijzen wat steevast leidde tot onderhoudende, ik mag wel zeggen zeer onderhoudende uitwisseling van standpunten. Al die jaren tot nu toe zijn we een soort compagnons de route, wandelend door de dreven van de literatuur, die wij af en toe verlaten voor een gesprek in een uitspanning. Ik ben je daarvoor zeer dankbaar en hoop dat wij dat nooit aflatende gesprek nog lang mogen voeren. Ik feliciteer je hartelijk met je prachtige bundel Tachtig. Dat het maar geenszins je laatste mag zijn – op naar een volgend Kroonjaar.

Dank u.

Fotograaf Gerard Monté stelde van deze presentatie een mooie impressie samen die te zien is op de site:https://gerarddenbosch.nl/index.php?option=com_content&view=article&id=1724&catid=18
of via: Victor Vroomkoning tachtig - bundel 80 gedichten - studie Intiem bestaan over zijn poëzie - Boxtel - 30 maart 2019

Fotograaf Piet van Oers deed dat ook d.m.v. 4 compilaties:
presentatie_1.jpg
presentatie_2.jpg
presentatie_3.jpg
presentatie_4.jpg
presentatie_5.jpg
na afloop met Peter Nijssen (hoofdredacteur Arbeiderspers) die de presentatie leidde (foto: Fien Diepstraten).

Presentatie van TACHTIG /  INTIEM BESTAAN in Evangelisch Lutherse Kerk in Nijmegen op 14 april 2019
presentatie_6.jpg
(foto: Marijke Schilleman)

presentatie_7.jpg
presentatie_8.jpg
presentatie_9.jpg
deze drievoudige compilatie is van fotograaf Piet van Oers

Enkele Gedichten uit Tachtig, Zijn mooiste gedichten:

TOCHT


Zijn slapen sneeuwen in.
Naast hem in hun wagen
geeft zij hem niet veel
meer dan een jaar
voordat het boordwit
doorloopt in de berm
van zijn haar.

Houdt zij het stuur
dan priemt zijn blik
in haar vergeelde huid
waarin door pokken
van pigment haar dagen
zijn geteld. Vel over been
zij stikt ervan.

Naar nieuwe verten onderweg       
ontkomen ze steeds minder
aan het oude zeer nabije

tot een de bocht vindt
om te missen, de einders
tegemoet.

ZANDLICHAAM


Ik deed mijn best
om vader te vermaken
begroef hem levend
waar familie bij lag.

Ik schiep een lijk van hem
hoogde borst en buik
tot baar. Water naderde
ik maakte dat hij weg kwam.

Golven rolden uit
een krans van wier werd
bij zijn terp gelegd.

Een mummie van een man
stond uit de dode op
begon door zee te waden.

NATURE MORTE


Ik mag nog even
tussen de gordijnen
naar hem kijken.
 
Onder glas geborgen
in een pak dat hem te wijd is
steken hals en handen
goeddeels binnen boord.
Hij heeft het blauwe
van een drenkeling.

Vooroverbuigend spiegel ik mij
in het ingelijst gezicht.
Uit één mond zwijgen wij.

75


Ze laten je vaker zitten
in trein en bus. Meisjes
zijn in je nabijheid
onbeschaamd zichzelf.
Je dochter danst met jou
in plaats van andersom.
Erecties zitten je minder
in de weg. Groeiende
kaalheid scheelt veel
kapperspraat. Bij rampen
redden ze je na kinderen
en vrouwen. Er hoeft
geen werk meer voor de
dood. Binnenkort weet je
of God bestaat.

TANTE


Je zat nog op, je ogen
holle spoken in je
vleermuiskop, je wangen
krochten vol gereutel
scheur je mond. Stinken
deed je, in je lege lijf
kon niets meer beven
toen ik je het bed in
tilde. Geen anderhalve
meter mat je meer
je woog als gist, knoken
pop, kind van negentig
stuk oud zeer. Je moest
de vrouw verbeelden
die me triktrak leerde
met haar malse handen
langs mijn jongensjaren
streek, met haar steelse
tong me leerde te begeren.



TIJDRIT
Ode aan Groesbeek

De laatste wal loopt in de hemel dood
voorziet de renner die – de grens nabij –
met allerkleinst verzet de zwaarte polst.
Wie tijd bestrijdt, schakelt naar

eeuwigheid, schiet de ritmen van dit land
voorbij: ademtocht van wilde orchideeën
in de laagte, wiekslag van de molen boven in
het dorp, echo’s van oorlog rond de heuvels.

De schaduw die aan hem gekoppeld is
stijgt voor hem uit, ontvlucht zijn loden
lijf voor de top bereikt is, valt.

Zijn schim heeft hem verlaten als hij op
staat bij de pleisterplaats. Het geurt
naar nacht, zijn mond zoekt de bidon.

NAAKT

Hoe krijg ik haar
zo ver?

Ben geen schilder
heb geen ezel.

Welke smoes
zal het doen?

Welke kunst
om haar
op mijn linnen
te krijgen?

REPORTAGE

Eertijds schoot je albums vol bezienswaardigheden:
een obelisk, een grot, een toren, een bergengte
met in het brandpunt het object der dienstdoende
geliefde, standjes makend op bevel.

Tot op een dag je oog meer wilde dan je tijd
gebonden Ding an sich en je haar naar de rand
toe dreef.

Soms mocht zij half nog voor een ophaalbrug
of met een kwart rug aan de reling van een veerpont.

Nu leg je de woestijnen vast, zeeën van zand.

MISSEN


Dat je het soms mist
is het laatste wat je haar
zult toevertrouwen.
Een hengst die zijn hals over
de nek van een merrie legt.

Dat je haar soms mist
is het eerste wat je haar
verzwijgen zult: een hengst
doodstil achter schrikdraad,
zijn hals leeg, zijn ogen vol
van die naast hem in de wei stond.

Missen is bewaren
wat je mist.

GALATEA


Ik had de zomerjurken van mijn buurvrouw lief
zoals ze in de wind om haar blote benen wuifden
zoals ze ternauwernood haar rondingen binnen
hun boordsel konden houden.

Ik had ze zo lief dat ik mijzelf aantrof in de woning
waar ze uithingen, ik er een ontknoopte, in mijn armen
nam en ze vanzelf alle vormen van de draagster prijsgaf.

HOE DAN

Hoe je popelend wacht op de telefoon
over je hart, of dat nog onregelmatig
genoeg klopt voor een ingreep

hoe dan de huisbel schelt waarna
je nieuwste ex als een deurwaarder
haar boedel terugeist

hoe dan in je rug het vonnis rinkelt.  

Victor Vroomkoning Tachtig, Zijn mooiste gedichten/ Intiem bestaan, over de poëzie van Victor Vroomkoning Gebroken WitVrije ValParenOmmezienDodemontStapelenHet formaat van waterlandBij verstekVerloren spraakIJsbeerbestaanLippendienstOud zeerEcho van een echoKlein MuseumDe laatste dingenDe einders tegemoetOorlogsgeweld in OoijpolderMijn overbuurvrouw is een meeuwLevensbericht Wam de MoorHet Nijmegengevoel Langs brede rivierenOranjesingel 42 Het BenedenstadsliedIk wou dat ik een vogel wasViering 80ste verjaardag op 6 oktober 2018Vluchtelingen in de stadVroom, frivool, VileinIlja Leonard PfeijfferOmtrent VincentGelderlandDe 100 mooiste wielergedichtenVan Hugo Claus tot Ramsey NasrAvenueDe eerste eeuw van BoonDe Nederlandse poëzie in pocketformaatBoem Paukeslag!Tijd is niks, Plaats bestaatOlifant in BoaDe bruiloft van KanaSchijndel belicht en gedichtPoëzie & beeldenStadsdichters bijeenLuister - Rijk - KijkenArnhem-NijmegenAgenda 2007TransfiguratieVers verpaktVerstild Nijmegen, Agenda 2006Waar ik naar verlang vandaagHet liefste wat ik heb25 jaar Nederlandstalige poëzie 1980-2005Agenda 20051944 - Brabants Centrum - 2004Alles voor de liefdeNooit te vangen met haar eigen penNavel van ’t landSpiegel van de moderne Nederlandse en Vlaamse dichtkunst10 Jaar NijmegenprentDe geur van ieder seizoenHet is vandaag de datumDe mooiste sonnetten van Nederland en VlaanderenHoe wordt je halfopen mond gedichtRoute 65Het mooiste gedichtBr.O.Nr.Geen dag zonder liefdeInversZie de stille minuut van de roosGroesbeekOmmetje DukenburgEen proces in de hersenenKeer dan het getij en schrijf!Circuit des SouvenirsSchrijversportrettenDodemontStapelenHet formaat van waterlandBij verstekIJsbeerbestaanTurning TidesEen zucht als vluchtig eerbetoon