Verba 2013 (interview)

Verba

Hannie Rouweler, Interview met Victor Vroomkoning. In: Verba, 17e Jaargang, nummer 4, november-december 2013 - januari 2014

Fotograaf: Geer Mesman

Je bent in Boxtel geboren, 1938. Dat is voor de oorlog. Heb je nog herinneringen aan de oorlog? Komt dit voor in je werk?

Mijn moeder was Belgisch vluchtelinge uit de Eerste Wereldoorlog. Op haar twaalfde kwam zij vanuit Antwerpen (Borgerhout) naar het Nederlandse Boxtel waar zij zou blijven wonen bij haar pleegouders, waar zij mijn vader leerde kennen met wie ze een brood - en banketzaak zou gaan voeren en waar zij mijn zus en mij (tweeling) ter wereld bracht. Tijdens de Tweede Wereldoorlog hadden mijn ouders onderduikers in huis en Duitse inkwartiering. Na Market Garden (sept.’44) waarbij Boxtel niet bevrijd werd, hielden zij met nog enkele anderen een honderdtal geallieerden in leven die in de Kampina, bezet gebied, geland waren. Het brood dat mijn vader bakte werd elke dag door de Duitse linies naar deze militairen gesmokkeld. Na de bevrijding, op 24 oktober - trouwdag van mijn ouders! – ontving mijn vader oorkondes van Dwight D. Eisenhouwer en de Chef Staf van de Strijdkrachten van het Britse Verenigd Koninkrijk. Beide documenten hebben een plaats in mijn huis gekregen.

Ver na de oorlog werden de Boxtelaren geëerd die in het verzet hun werk verricht hadden, vooral met betrekking tot de hulpverlening aan de militairen in de Kampina. Het desbetreffende monument bevat onder anderen de naam van mijn vader. Voor diegenen die bij het verzet betrokken waren, schreef ik een aantal jaren geleden een tekst, die bij het monument is aangebracht. Ook schreef ik een gedicht ter herinnering aan de Bevrijdingsdag van Boxtel, zoals gezegd op 24 oktober, gedenkwaardige dag, waarin ik ook het eerbetoon aan mijn vader verwerkte.

BOXTEL, BEVRIJDINGSDAG

Zes ben je ’s morgens in de kelder
waar je ouders hun trouwdag vieren.
De Zwaanse Brug springt de hemel in
hun dak.’s Middags krijg je kauwgom
op de markt van de yankees
die stiekem leefden op vaders brood.

Zestig jaar later: vaders naam
uit respect en als eerbetoon
in steen vereeuwigd voor
ondergrondse trouw.

De 24ste van wijnmaand:
dag waarop je ouders zich verbonden,
dag waarop ze werden bevrijd,
zegge en schrijve: zegen en zege.

Je hebt een bijzondere schrijversnaam: Vroomkoning. Gevonden in een telefoongids? Of zit hier een ander verhaal achter?

Op de H.B.S. -A van het Sint- Joriscollege in Eindhoven waarvan toen Gerard Knuvelder directeur was, kreeg ik de aanvechting gedichten te schrijven. In het begin publiceerde ik in het schoolblad C-Paraat, onder mijn eigen naam, Walter van de Laar, maar gaandeweg leek het mij uit lijfsbehoud raadzaam een pseudoniem te nemen, ook al omdat ik dat wel interessant vond. Ik stelde mijn schuilnaam samen uit de namen van jongens die ik kende, aangevuld met koning. Achteraf beschouwd wel een mooi klinkende maar wel erg aangezette naam.

Wanneer schreef je je eerste gedichten? Kreeg je toen nog een kans om deze te publiceren, bv in een schoolkrant?

Ik denk dat ik begonnen ben omstreeks 1954, ik schreef verzen tegen de Vijftigers in en vond genoegen in het karakteriseren van docenten in de vorm van gedichten, wat mij tot het pseudoniem noopte.

Welke muziek neemt voor jou een speciale plaats in. Waarom? Zijn er andere inspiratiebronnen voor jou terug te vinden in je werk?

In mijn jeugd speelde ik piano en viool, daar is weinig van over. Soms speel ik nog wat op het harmonium en de piano in mijn huis. Ik denk wel dat die jonge scholing de opmaat geweest is tot mijn dichterschap, vooral het ritme en de klank daarin. Ik schreef een vijfentwintig tal melodieën, soms met teksten erbij. Ik weet overigens niet waar ze gebleven zijn. Een jaar of tien geleden schreef ik een zestal teksten bij liederen van een bevriend componist.

Bij verliefdheden kwijnde ik weg bij de muziek van die periodes, in het begin bij The Beatles, later werd dat klassieker. In mijn werk vind je daar weinig van terug, af en toe vind je een frase, een verwijzing naar muziek, maar ze behoort niet tot de thematiek in mijn werk. Hoewel ik graag (onopvallend) rijm, zul je in mijn gedichten weinig eindrijm ontdekken, of het moet de assonantie zijn, een door mij veel gebezigd rijm.

Sporadisch schreef ik dus expliciet over muziek, een voorbeeld is:

OLIVIER MESSIAEN

Leed aan synesthesie,
ziekte en beeldspraak
tegelijk, hoorde kleur
zoals de eerste vogel
die groen weerspiegeld
zag toen de wind hoorbaar
over de wateren streek,
eerste muziek waar
zijn keel die imiteerde.

Groen zong de wind,
groen zong de nachtegaal,
groen strijken de violen
van Messiaen, vogelaar
onder de muziekscheppers.

Zag de kleuren die zijn
lotgenoten zongen, stak ze
in fluit, piccolo, triangel,
herschiep de leeuwerik,
herblies de eerste zucht.

Mijn inspiratie haal ik doorgaans uit mijn directe omgeving; omdat ik weinig verbeeldingskracht heb, moet ik putten uit directe ervaringen, zeer uiteenlopend van aard. Ik ben dus wat je noemt een autobiografisch schrijver. Wie mij leest, kent mij(zo goed als).

De muze is voor jou belangrijk. Meestal is dit een geliefde. Kun je ook in abstractie de muze ontdekken en een plaats geven in je gedichten? En op welke wijze?

Abstracties mijd ik in mijn poëzie, die ontmoet ik wel bij filosofie waarop ik naast neerlandistiek afstudeerde. Mijn ervaring is, dat poëzie en filosofie elkaar moeilijk verdragen, de eerste is een hoogstpersoonlijke taaluiting, de tweede vooral een manier van abstract denken op schrift stellen. Het is niet zo verwonderlijk, dat ik op Kierkegaard afstudeerde die in zijn geschriften het persoonlijke in zijn filosofie liet doorklinken.

De liefde, het verlangen, neemt een belangrijke plaats in je werk in. Eveneens het gemis. Kun je dit als een hoofdthema beschouwen?

Ja, verlangen en gemis zijn van het begin af aan in mijn gedichten aanwezig. Misschien zijn ze ontsproten aan het jongetje dat bijna stierf van heimwee toen het ver van de rokken van zijn moeder in een internaat belandde. Die twee jaren tussen paters en medescholieren beschouw ik als een breuk in mijn jeugd. Als ik na een vakantie weer naar kostschool moest, sprongen de roeden uit hun klemmen als ik me vast wilde blijven houden aan de traploper.

Verlangen is onverbrekelijk verbonden met missen. Ik schreef daarover het gedicht MISSEN. Dat zegt genoeg. Ik heb nog steeds last van heimwee naar huis (zoals het woord aangeeft), maar vooral naar mensen.

MISSEN

Dat je het soms mist
is het laatste wat je haar
zult toevertrouwen.
Het is niet uit te leggen:
een hengst die zijn hals over
de nek van een merrie legt.

Dat je haar soms mist
is het eerste wat je haar
verzwijgen zult: een hengst
doodstil achter schrikdraad,
zijn hals leeg, zijn ogen vol
van die naast hem in de wei stond.

Missen is bewaren
wat je mist.

Het literaire klimaat is erg veranderd de laatste jaren. Zijn jou bepaalde dingen opgevallen? Heb je een mening over de dichters, uit de Lage Landen? Zijn er bepaalde dichters die jou het meest aanspreken en waar je bundels van koopt?

Het is overduidelijk dat het podium het boek aan het vervangen is. Dichters worden weliswaar gelezen, maar steeds meer beluisterd, bekeken. Ze krijgen overal kans zich te laten hóren en zien.
Dat stelt eisen aan de voordracht; laat ik het anders zeggen: de voordracht is bijna doorslaggevend geworden, de dichter weer minstreel.
Bovendien stelt het internet dichters in staat zich in een mum van tijd een groot publiek aan zich te binden. De traditionele uitgeverijen hebben het zwaar, de digitale uitgevertjes drukken op bestelling.
(Digitale) Uitgeverij De Contrabas, voortgekomen uit de literaire website, verenigt het digitale met de traditie. Sinds kort kun je je abonneren op een aantal bundels van dichters die in de ogen van Chrétien Breukers gelezen moeten worden; hij lijkt de voortrekkersfunctie van Komrij overgenomen te hebben. Ik probeer hem te volgen.

Je krijgt regelmatig opdrachten. Vind je dat leuk? Staat het niet de dichterlijke vrijheid in de weg?

Ik mag zeker niet klagen over belangstelling; naast optredens, workshops, het geven van allerlei adviezen, schrijf ik tamelijk veel op verzoek. Mijn website staat vol met in opdracht geschreven verzen. Als Nijmeegs stadsdichter (ik was dat van 2006-2008) schreef ik een kleine twintig verzen voor de stad. Dan leer je de stiel. Ik vind het boeiend te schrijven over onderwerpen waar je normaal niet aan zou toekomen, tegelijkertijd besef ik dat die gedichten het in kwaliteit afleggen tegen die uit jezelf opborrelen, een enkele uitzondering daargelaten. Een voorbeeld van een in opdracht geschreven vers is

JONKERBOS WAR CEMETERY 1939-1945

Aan gene zijde van het stadion dit amfitheater
met ruim zestienhonderd ligplaatsen sinds ’45
uitverkocht. De grasmat heet hier zoden omdat
dat rijmt op doden. De tuinman, manusje van
Hein, is er met zijn maat de regenmaker die
water uit de grond slaat om de planten, niet
om wat niet meer bestaat. Vier reuzenconiferen
houden de erewacht. Ze reiken naar de hals van
FiftyTwoDegrees, men spreekt hier Engels.

Een bronzen zwaard slaat een kruis over de
graven waarvan de witte stenen strak in het
gelid staan. Uniformer kan het niet in de dood
zijn alle rangen opgeheven. Eromheen wolken
rododendrons omwille van hun klank. Vlinders
twinkelen om buddleia’s, duiven zijn er voor
de symboliek. Op 26 juli ‘42 kwam een kist
met drie sergeanten neer, hun graf houdt ze
bijeen. Anderen liggen onbekend, niet Johannes
Leendert van der Swan, waarom rust hij in
deze vreemde bodem van zijn land?

Sommigen zijn in het open veld gebleven,
anderen kwamen onder eiken terecht, spreek-
woordelijke overlevers, weer anderen bij
kastanjebomen waarvan de vruchten straks
voor het oprapen als zij toen.Twee stenen
staan terzijde alsof de doden iets op hun
geweten hebben. Hun resten weet de tuinman
zijn hier zoekgeraakt onder schoenlappersplant,
vrouwenmantel, schildersverdriet. Hier en daar
een krans van papieren poppies, een lieve Britse
groet waarvan de echo zestig jaar moet over-
bruggen. Struikjes rozen voor de uit de vuren
hemel gevallen engelen.

Hoeveel moeders wenen nog om hoeveel
zonen in den knop gebroken.
- Their name liveth for evermore -

Tot slot: welke plannen heb je voor de toekomst? Zijn er nieuwe publicaties te verwachten op korte termijn?

Dat zou ik denken. Omdat het dit jaar 30 jaar geleden is dat ik debuteerde, en ik bovendien 75 geworden ben, verscheen zeer onlangs bij De Arbeiderspers een nieuwe bundel: Paren, vijftig gedichten over de (vooral lichamelijke) liefde in al zijn facetten. Die bundel had ik al lang willen schrijven, nu is het er eindelijk van gekomen. Een gedicht hieruit is Galatea.

GALATEA

Ik had de zomerjurken van mijn buurvrouw lief
zoals ze in de wind om haar gazellenbenen wuifden
zoals ze ternauwernood haar rondingen binnen
hun boordsel konden houden.

Ik had ze zo lief dat ik mijzelf aantrof in de woning
waar ze uithingen, ik er een ontknoopte, in mijn armen
nam en ze vanzelf alle vormen van de draagster prijsgaf.

Victor Vroomkoning Tachtig, Zijn mooiste gedichten/ Intiem bestaan, over de poëzie van Victor Vroomkoning Gebroken WitVrije ValParenOmmezienDodemontStapelenHet formaat van waterlandBij verstekVerloren spraakIJsbeerbestaanLippendienstOud zeerEcho van een echoKlein MuseumDe laatste dingenDe einders tegemoetOorlogsgeweld in OoijpolderMijn overbuurvrouw is een meeuwLevensbericht Wam de MoorHet Nijmegengevoel Langs brede rivierenOranjesingel 42 Het BenedenstadsliedIk wou dat ik een vogel wasViering 80ste verjaardag op 6 oktober 2018Vluchtelingen in de stadVroom, frivool, VileinIlja Leonard PfeijfferOmtrent VincentGelderlandDe 100 mooiste wielergedichtenVan Hugo Claus tot Ramsey NasrAvenueDe eerste eeuw van BoonDe Nederlandse poëzie in pocketformaatBoem Paukeslag!Tijd is niks, Plaats bestaatOlifant in BoaDe bruiloft van KanaSchijndel belicht en gedichtPoëzie & beeldenStadsdichters bijeenLuister - Rijk - KijkenArnhem-NijmegenAgenda 2007TransfiguratieVers verpaktVerstild Nijmegen, Agenda 2006Waar ik naar verlang vandaagHet liefste wat ik heb25 jaar Nederlandstalige poëzie 1980-2005Agenda 20051944 - Brabants Centrum - 2004Alles voor de liefdeNooit te vangen met haar eigen penNavel van ’t landSpiegel van de moderne Nederlandse en Vlaamse dichtkunst10 Jaar NijmegenprentDe geur van ieder seizoenHet is vandaag de datumDe mooiste sonnetten van Nederland en VlaanderenHoe wordt je halfopen mond gedichtRoute 65Het mooiste gedichtBr.O.Nr.Geen dag zonder liefdeInversZie de stille minuut van de roosGroesbeekOmmetje DukenburgEen proces in de hersenenKeer dan het getij en schrijf!Circuit des SouvenirsSchrijversportrettenDodemontStapelenHet formaat van waterlandBij verstekIJsbeerbestaanTurning TidesEen zucht als vluchtig eerbetoon