Vlaamse Tongen VCK, Nijmegen, 2007

vlaamsetongen

Vlaamse Tongen 2007

Met bijdragen van
Leon Gommers
Kristien Hemmerechts
Geert van Istendael
Peter Verhelst
Victor Vroomkoning


Nijmegen 2008
Vlaams Cultureel Kwartier

De Boxtelse mop

(voordracht gehouden in het Vlaams Cultureel Kwartier in het programma Vlaamse Tongen op 16 december 2007; op 17 januari als artikel verschenen in Brabants Centrum op 17 januari 2008)

Al ver voor de Tweede Wereldoorlog werd in Boxtel twee keer per jaar een extra markt gehouden; in het voorjaar de Biggenmarkt en in het najaar de Koolmarkt. Deze marktdagen vielen niet op de gebruikelijke vrijdag, maar werden op donderdag gehouden, zodat ze ook in de regio aandacht zouden trekken. Om ze extra cachet te geven werd door de plaatselijke bakkers een lekkernij geïntroduceerd: de Boxtelse mop. Snel daarna gingen de beide markten Moppenmarkt heten.
Het voor de mop bestemde deeg was zo hard als een tafel, schrijft een terugblikkende journalist. Het moest op de zogenaamde braakbank worden gekneed. De bakkers noemden het beulswerk. Voor de voorjaarsmarkt werd het deeg al rond vastenavond gezet, dat twee tot vier weken moest blijven staan. Niet liggen? Staan, zo hard was het! Moderne machines zouden later de intensieve handvaardigheid vervangen.
Wie bakte de lekkerste moppen in Boxtel? want de bakkers streden met hun recepten om de populairste mop en de goesting van inwoners en marktklanten. Jan
van Haeren, Piet van de Vliert, Toontje van der Hagen en Sjefke van der Meijden hadden steevast een flinke vinger in de pap.

Een latere generatie werd gevormd door Sjefke van de Sande, Lambert van de Vliert, diens opvolger Sjakie Marrijnen, en Wout van de Laar, mijn vader.De laatste drie hebben lange tijd de markt beheerst en er zich voor ingespannen dat deze Boxtelse traditie in stand werd gehouden. Wie van die laatste generatie de beste was, was voor ons, de tweeling die uit zijn zaad gerezen was, zo klaar als wat: onze broodheer, onze vader.
Mijn vader had als misschien wel de enige van de Boxtelse bakkers het koks- en banketbakkersdiploma op zak; daarom kon hij in zijn etalages naar gelang het jaargetijde pronken met chocoladebollen - Bossche bollen heten die nu, Boxtel ligt op tien kilometer van Den Bosch -, enorme kunstig gevulde paaseieren, marsepeinen en chocolade kerststukjes, vol-au-vents (pastei van bladerdeeg met ragout gevuld), profiteroles (gevulde soezenpiramide) polonaises (schuimgebak gevuld met stijf geklopte room) frangipanes (in de volksmond fransiepannen genoemd: gebak van gemalen amandelen, meel en eierdooiers) en petitfours - het klinkt allemaal erg Frans nog in die dagen, onze Antwerpse moeder leerde ons zelfs het onzevader en weesgegroet in het Frans, daar moet je bij de huidige jonge zieltjes niet mee aankomen. Als banketbakker voelde mijn vader zich architect, verteller, schepper.

Vakwerk

´Praat me niet van sneeuw en ijs´
sprak mijn meelbestoven vader
terwijl hij witbrood in de rijs-
kast schoof, ´daar komt maar dooi van´.

Maar toen hij ´s avonds in de maan
overgoten kerstetalage van zijn tuin
heenkeek over het bruidssuikeren
gazon, de borstplaten vijver,
de marsepeinen beelden op hun
sokkels van fondant, knorde hij
voldaan: `Het kan niet anders
of de Schepper moet een bakker wezen´.

Terug naar de mop en de Moppenmarkt die op de 3e donderdag van april en oktober plaats vond. Mijn vader was al ver vóór die markt met zijn moppen klaar; want hoe langer ze op de bakkerszolder in grote trommels konden worden bewaard, des te pregnanter de smaak.

Het recept was natuurlijk geheim. Buiten mijn moeder, mijn zus, de knechten en ‘ons Jo’ en ‘ons Sjaantje’ ( twee kordate vrouwen die hun hele leven lang mijn ouders ter zijde zouden staan) wist niemand van de inhoud van het door Toontje van der Hagen aan mijn vader overgeleverde recept. Ik wist van niets, zoals het hele bakkersleven langs mij heen zou gaan. En zonder de bewaarzin van mijn zus zou ik nooit de ingrediënten voor het recept hebben kunnen achterhalen.

Mijn vader maakte onderscheid tussen de gewone, goedkope en de duurdere, de zogenaamde goeie mop. Wat op zijn nagelaten briefje helaas ontbreekt, is de bereidingswijze, en daar gaat het toch om bij een recept. Wat hij dus daar in zijn bakkerij bekokstoofde, zullen we nooit weten. Een goede bakker kan er naar raden.
Eenmaal klaar, werd het beslag op de plaat in repen gesneden, van links naar rechts, van boven naar beneden. De ontstane vierhoeken waren klaar om in de oven mop te worden.
De gewone mop was ronder en taaier, tussen taai-taai en peperkoek in; de dure, de goeie mop, bevatte meer honing, was vierkant en plat.

Over een ‘goeie mop’ gesproken:
komt een mevrouw in de winkel, vraagt aan mijn moeder: ‘en juffrouw, zijn de gevulde heren al klaar?’ Gevulde heren was de benaming toentertijd voor de met amandelspijs gevulde koeken, tegenwoordig zelfs vulkoeken genoemd met in het midden een amandel. Zegt mijn moeder: ‘ach, mevrouw, dat zou best kunnen, maar als u er zeker van wilt zijn, gaat u dan zelf even naar de bakkerij, ik laat u wel door’. Mevrouw treedt het domein van mijn vader binnen en ontwaart daar twee knechten met ontbloot bovenlijf. In de ene hand houden ze een koek die zo dadelijk de oven in zal gaan, met de andere leggen ze een amandel in hun navel, slaan de met de koek gevulde hand tegen hun buik en precies in het midden van de koek zet zich de amandel vast, klaar voor de oven. Gevulde heren dus. ‘Gatverdarrie’, zegt mevrouw ’ik hoef van mijn levensdagen geen gevulde heer meer’. Zegt een der knechten: ‘Ach, mevrouw dat is nog niets, komt u eens terug als we kerstkransjes aan het maken zijn’.

’s Morgens om 8 uur werden door ‘ons Sjaantje’ de moppen keurig in zakjes van een halve kilo op een kraam uitgestald. ‘De echte Boxtelse moppen, traditie van eeuwen van Bakkerij ’t Hoekske’ vermeldde een bord: de door mij geschreven tekst was mijn enige bijdrage aan het moppenbedrijf. De gewone moppen hebben lang een gulden per pond gekost, de goeie iets meer. Ze gingen van hand tot hand bij de vaste standplaats onder de veranda van Hotel van Vlerken waar mijn vader elke zondag na de mis lichtbevlogen door mijn zus achter de jonge klare vandaan gehaald werd.
Ik heb nog een foto waarop mijn vader zijn gerecht aan Boxtel en omgeving laat zien, niet zijn buik. Trots staat hij voor de oven met een plaat vol moppen in Brabants Centrum, de naam van het daar door iedereen gelezen weekblad. Ook nu nog.

De markt duurde tot 2 uur ‘s middags; de niet verkochte moppen gingen ’s anderendaags nog over de toonbank, daarna was het afgelopen en moest men een half jaar wachten op de nieuwe oogst.
Midden jaren zeventig - mijn vader had 10 jaar daarvoor zijn zaak verkocht en zijn recept aan collega Jo van Griensven afgestaan - raakte de Boxtelse mop op zijn retour, verplaatste men de Moppenmarkt naar de vrijdag. Al gauw was er alleen een Moppenmarkt in het voorjaar en uiteindelijk verdween hij helemaal: de markt én de mop. Eind 2006 wilde de redactie van ’De Smaak van Boxtel’, een boekwerkje met vooral uitheemse gerechten, de mop nieuw leven inblazen maar het recept ontbrak. Daar komt volgend jaar verandering in, is mij verzekerd: de aantekeningen van mijn vader zullen worden gebruikt voor de nieuwe ouwe Boxtelse mop.*

De bereidingswijze ervan zal aan de goede verstaander worden overgelaten. Als u eens in het Brabantse komt, moet u de Boxtelse mop zeker eens gaan proeven, misschien wel op een in ere herstelde Moppenmarkt.

* inmiddels is de Boxtelse Mop weer in productie genomen; in 2009 -is de bedoeling - zal deze beschikbaar zijn in een bijzonder trommeltje waarop waarschijnlijk de volgende tekst te lezen zal zijn:

De Boxtelse Mop:
een hartelijke lekkernij
uit het hart van de Meierij

Vlaamse-Tongen

Vroomkoning vóór zijn geboorteplek, het pand waar zijn vader de moppen bakte zoals op de gevel via montage te zien is.

Victor Vroomkoning Tachtig, Zijn mooiste gedichten/ Intiem bestaan, over de poëzie van Victor Vroomkoning Gebroken WitVrije ValParenOmmezienDodemontStapelenHet formaat van waterlandBij verstekVerloren spraakIJsbeerbestaanLippendienstOud zeerEcho van een echoKlein MuseumDe laatste dingenDe einders tegemoetOorlogsgeweld in OoijpolderMijn overbuurvrouw is een meeuwLevensbericht Wam de MoorHet Nijmegengevoel Langs brede rivierenOranjesingel 42 Het BenedenstadsliedIk wou dat ik een vogel wasViering 80ste verjaardag op 6 oktober 2018Vluchtelingen in de stadVroom, frivool, VileinIlja Leonard PfeijfferOmtrent VincentGelderlandDe 100 mooiste wielergedichtenVan Hugo Claus tot Ramsey NasrAvenueDe eerste eeuw van BoonDe Nederlandse poëzie in pocketformaatBoem Paukeslag!Tijd is niks, Plaats bestaatOlifant in BoaDe bruiloft van KanaSchijndel belicht en gedichtPoëzie & beeldenStadsdichters bijeenLuister - Rijk - KijkenArnhem-NijmegenAgenda 2007TransfiguratieVers verpaktVerstild Nijmegen, Agenda 2006Waar ik naar verlang vandaagHet liefste wat ik heb25 jaar Nederlandstalige poëzie 1980-2005Agenda 20051944 - Brabants Centrum - 2004Alles voor de liefdeNooit te vangen met haar eigen penNavel van ’t landSpiegel van de moderne Nederlandse en Vlaamse dichtkunst10 Jaar NijmegenprentDe geur van ieder seizoenHet is vandaag de datumDe mooiste sonnetten van Nederland en VlaanderenHoe wordt je halfopen mond gedichtRoute 65Het mooiste gedichtBr.O.Nr.Geen dag zonder liefdeInversZie de stille minuut van de roosGroesbeekOmmetje DukenburgEen proces in de hersenenKeer dan het getij en schrijf!Circuit des SouvenirsSchrijversportrettenDodemontStapelenHet formaat van waterlandBij verstekIJsbeerbestaanTurning TidesEen zucht als vluchtig eerbetoon