Stadsdichterschap Victor Vroomkoning

Overzicht van de 21 gedichten die ik schreef als stadsdichter van Nijmegen.

Afbeelding1.jpg

september 2006 - september 2008

In het 1ste jaar schreef ik:

DUKENBURGLIED
is uitgevoerd in Lankforst vanaf de balkons van de Valckenaerflat en op het hoofdpodium erachter op zondag 3
september 2006 tijdens de Stadspicknick Dynamisch Dukenburg van Circus Colourful City. In mei 2007 is het
lied opgenomen in de bundel ‘Dynamisch Dukenburg’.

DUKENBURGLIED

Ik ben zeven harten rijk en heb een Staddijk van een long.
Lucht en water zijn mijn lust, voor vogels ben ik dagverblijf.
Kikkers springen, reigers vissen, eenden duiken in mijn lijf.
In mijn ingewanden draag ik dassen sinds ik hier ontsprong.

Grand Canal - De Buurman - Douglassparrenbosje -
Dukendam - Ontmoetingskerk - Verlengde Kippenpad -
Dassenburcht - Triavium - Gerrit-Schultepad -
Klimhal - Teersdijk - Schapenweide - Uilenbosje -

Licht ben ik en ruim van geest, mijn vertes zijn voor iedereen
want mijn blik is fris en open. In mijn aders huist mijn kracht:
mengelmoes van geuren, kleuren, klanken, allerhande dracht.
Van geen wijken weten talen en geloven erdoorheen.

Fakkel - Wielewaal Allee - De Turf - De Doekenborg -
De Lindenberg - Streekweg - ’t Hert - Valckenaerpad -
De Meiboom - Geologenstrook - Sportfondsenbad -
Tolhuisje - Sportpark - Maisonnettes - Thuiszorg -

Wie beweegt wil ik van dienst zijn ongeacht het jaargetij.
Actief leven kan ik bieden maar ook pauzes zijn mij lief.
Wie om míj geeft zal genieten productief en creatief
in mijn bedding, warme schoot, een nieuwe Gelderse Vallei

De Dageraad - Nieuwe Wetering - Steve-Bikoplein -
Koninkrijkszaal - Ketelhuis - De Boerderij -
Nachtegaalpad - De Orangerie - Wollewei -
Hobbywerkplaats - Hippe Hoogbouw - Skateplein

Tussen Vogelzang, Maas-Waalkanaal en spoorweg ingebed
oogsten zeven groene oorden allerwegen lof:
Aldenhof en Lankforst, Malvert, Meijhorst, Tolhuis, Weezenhof,
Zwanenveld. In één woord samen: Dukenburg van A tot Z.

(Het lied werd ten gehore gebracht door 10 verschillende koren,
zie foto’s hieronder, daar staat meer te lezen over de deelnemers)

Afbeelding3.jpg
Afbeelding2.jpg
Afbeelding4.png

JONKERBOS WAR CEMETERY 1939-1945
is geschreven naar aanleiding van de herdenking van de gevallenen tijdens de Tweede Wereldoorlog van wie velen het leven lieten bij de bevrijding van Nijmegen en omgeving in september 1944; dit eerbetoon vond plaats op 15 september 2006.

Voor een goede begrip van het gedicht: FiftyTwoDegrees is het beeldbepalend gebouw nabij het Goffertstadion vlakbij de begraafplaats; poppies verwijst naar Poppyday, Klaproosdag, waarop de gevallenen van de Eerste Wereldoorlog en de oorlogen die volgden worden herdacht. Het gedicht is gepubliceerd in De Gelderlander van 20 september 2006 en in de Nijmeegse Scheurkalender 2008.

JONKERBOS WAR CEMETERY 1939-1945

Aan gene zijde van het stadion dit amfitheater
met ruim zestienhonderd ligplaatsen sinds ’45
uitverkocht. De grasmat heet hier zoden omda
dat rijmt op doden. De tuinman, manusje va
Hein, is er met zijn maat de regenmaker di
water uit de grond slaat om de planten, niet
om wat niet meer bestaat. Vier reuzenconiferen
houden de erewacht. Ze reiken naar de hals van
FiftyTwoDegrees, men spreekt hier Engels.

Een bronzen zwaard slaat een kruis over de
graven waarvan de witte stenen strak in het
gelid staan. Uniformer kan het niet in de dood
zijn alle rangen opgeheven. Eromheen wolken
rododendrons omwille van hun klank. Vlinders
twinkelen om buddleia’s, duiven zijn er voor
de symboliek. Op 26 juli ‘42 kwam een kist
met drie sergeanten neer, hun graf houdt ze
bijeen. Anderen liggen onbekend, niet Johannes
Leendert van der Swan, waarom rust hij in
deze vreemde bodem van zijn land?

Sommigen zijn in het open veld gebleven,
anderen kwamen onder eiken terecht, spreek-
woordelijke overlevers, weer anderen bij
kastanjebomen waarvan de vruchten straks
voor het oprapen als zij toen. Twee stenen
staan terzijde alsof de doden iets op hun
geweten hebben. Hun resten weet de tuinma
zijn hier zoekgeraakt onder schoenlappersplant,
vrouwenmantel, schildersverdriet. Hier en daar
een krans van papieren poppies, een lieve Britse
groet waarvan de echo zestig jaar moet over-
bruggen. Struikjes rozen voor de uit de vuren
hemel gevallen engelen.

Hoeveel moeders wenen nog om hoeveel
zonen in den knop gebroken.
 - Their name liveth for evermore - 

Afbeelding5.jpg
Afbeelding6.jpg

DODEMONT

met zeefdrukken van Wim Zurné, separaat uitgegeven, BnM Uitgevers, Nijmegen 2006.

Lang episch gedicht, gepresenteerd in de Stadsschouwburg op 30 oktober 2006 bij de uitreiking van de Karel de Groteprijs.

Afbeelding7__dodemond.jpg


LANGENHUIJSEN & VAN WEZEL
handelt over een incident op 26 september1944 in het net bevrijde Nijmegen; Dobbelmann was daar een belangrijk zeepfabrikant. Het gedicht werd door fotografe Andrea Stultiens vormgegeven en door de gemeente Nijmegen als leporelloalbum aangeboden bij de uitreiking van de Karel de Groteprijs aan Vroomkoning en de Alcuinusprijs aan Stultiens op 30 oktober 2006. Het werd ook gepubliceerd in De Gelderlander van 31 oktober 2006 en in De Brug van 1 november 2006. Het werd gelezen tijdens een aflevering van het Nieuwscafé in de Foyer te Nijmegen op 25 april 2008.

LANGENHUIJSEN & VAN WEZEL 

Zie ze aan de handkar op 26 negen vierenveertig,
Langenhuijsen en Van Wezel. Hun missie zit erop,
klus waarvoor ze uit hun dagelijks bedrijf geweken
zijn. Ze hebben juist de villa oorlogvrij gemaakt
waarin een Dobbelmann ter wereld moet.

Ze loeren scheef naar de manoeuvres in de lucht
waar hakenkruis en ster het ruim betwisten. Nog even
want ze halen Dobbelmann niet meer, hun zeepheer
in Nijmegen, bevrijde frontstad sinds een dag of zes.

Halverwege wordt hun levensduur bepaald, hun lijf
aan flarden in de St.-Annastraat waar men ze naar
binnen raapt op nr.115. Scherven brengen ongeluk.

Hun werk zal ijdel blijken wanneer het kind gehaald
wordt in het ziekenhuis waarin zij werden afgelegd

en even levenloos als zij.
Afbeelding8.jpg
Afbeelding9.jpg
Afbeelding10.jpg

RESSEN
is geschreven n.a.v. de opening van de wandel- en fietsroute in Nijmegen -Noord op 10 oktober 2006. Gepubliceerd in De Brug van 11 oktober 2006. Ook opgenomen in ‘City Guide Nijmegen’ die in juni 2008 verscheen.
ressen.jpg

RESSEN 

Wars van inlijvende bedrijvigheid en snelverkerende
passanten ademt deze Betuwse enclave zielenrust.
Tussen boomgaarden vol grijpbaar fruit waaronder
mispels schuilen, liggen door klimop omrande graven
rond een monter kerkje. Er dwalen schapen van de
dominee. De heer is mijn herder stelt een zerk gerust.

Hier is alles zegen al komt die van boven, laat geest-
rijke taal je weten zoals dat hoort in een context waar
het Woord centraal staat. Hervormd wordt niet begrepen
als modern, al rukt de stad op in de velden, in de dreven.

De mensen van voorbij zijn in het licht, zijn vrij staat
in arduin geschreven. Liever wens je dit de mense
die nabij zijn toe. Machtig licht valt uit een blote hemel
plichten mogen wachten in dit eeuwenoude heden.

DAG MEVROUW, DAG U
is binnen een etmaal geschreven voor een zgn. eenzame uitvaart; deze vond plaats op de rooms-katholieke Begraafplaats Jonkerbos te Nijmegen op 22 december 2006. Deze eerste eenzame uitvaart  in Nijmegen werd later nabeschouwd in het programma De tien van Marlies ( Omroep Gelderland ).

 

DAG MEVROUW, DAG U

U bestaat al ruim twee weken niet mee
tussen ons, mensen. Op 6 december, sterfda
van Sint Nicolaas, patroon van zeelieden en
reizigers, werd u uit de Waal gehaald.

Ik zeg het u omdat ik niet weet of u dat weet.
Maar waarschijnlijk verstaat u mij niet want
u kwam van verre aangedreven, is me verteld.
Misschien kan een hemelse tolk u helpen.

Misschien kende u de Griekse mythen en
veronderstelde u dat de stroom waarin u
zich liet zakken, het water van de Doden-
rivier was, en dat u aan de overkant de

Elyzeese Velden zou aantreffen, maar u
spoelde aan in Nijmegen, aan de Oosterhoutse
Dijk, in een vreemde stad, een vreemd
land, niet Grieks, helemaal Hollands.

Of misschien wilde u terug naar waar u
zoals alle mensen  -waterdieren als ze zijn -
vandaan kwam: de onvergankelijke oceaan.
Misschien wilde u helemaal niet ter aarde

besteld maar eeuwig blijven drijven en
dacht u daarbij aan uw moeder, aan de
warme schoot waarin u had gelegen.
Alles is ‘misschien’ aan u want wat weten

wij van u? Wat is uw naam, waarom en
waar, en hoe, wanneer zocht u het water?
Hoe oud u bent, of u hebt liefgehad of
bemind werd, kinderen hebt, is mysterie.
Wat wij zeker van u weten, is dat u er niet
meer bent, dat uw geest uit u geweken is.
En dat we ondanks uw afwezigheid hier
met u zijn om u een laatste groet te brengen.

Wij wensen u een goede rust in deze
vreemde grond, misschien dat een van
uw naasten zich nog eens over u buig
en ontfermt. Dag mevrouw, dag u.

REISLUST
is geschreven op verzoek van de Stichting Burgemeester Daleslezing t.g.v. de 10e editie van de lezing op 26 januari 2007 in het stadhuis van Nijmegen waar het gedicht werd uitgereikt. Ook gepubliceerd in De Gelderlander van 27 januari 2007.

REISLUST

Je reist, verlaat het eigene, ontwaart je vrees
voor het onvertrouwde. Alles is oefening
leren oude wijze Grieken. Kwestie van
zelfbeheersing, zo versta je.

Je hoeft er land noch deur voor uit, het vreemde
verschrikt het diepst nog in jezelf. Kwestie van
zelfkennis, zo begrijp je.

Je huivert als je over de allernaaste heen
gebogen de ander ontmoet, jezelf verliest,
de kleine dood vindt.

Reizen is aanvaarden, elke tocht een oefening
voor je vaart naar het schimmenrijk, een door-
gronden van je angst voor de aan jou gelijke,
voor de uiteindelijke u.

reislust.jpg

DE BRUG
is gepubliceerd in De Gelderlander van 17 maart 2007 en in De Brug van 21 maart 2007.
Het was in week 16 van 2007 het gedicht van de week op de gelijknamige website, op 15 maart 2008 te beluisteren op Radio Nijmegen, op 22 april 2008 op Radio Gelderland en op 25 april tijdens een aflevering van het Nieuwscafé in de Foyer.
Met de Steven is de St.- Stevenskerk  te Nijmegen bedoeld.

DE BRUG

Vreemdstil is het, water kabbelt, niets herinnert aan
de ingespannen dag. De Steven slaat drie maal
Zuster maan verwarmt de brug. Uit het oosten
komt een zeilboot aangedreven. Langs een jakobs-
ladder stijgen zeven stervelingen door tot op
de boog, verdwijnen in een hemelplooi.

Overdag last de brug grond aan grond, is ze ding
voor druk vervoer, ’s nachts zweeft ze van haar
pijlers los, bindmiddel tussen stroom en firmament,
haar baldakijn lucide aanzet tot een hemelvaart.

Bij dag is ze plat bedrijf, bij nacht vervoering
voor de enkeling die hoogte zoekend haar ontmoet.
Zonder boog zou deze brug niet meer dan massa zijn,
haar hoogheid spant zich waar ze opzien baart.

JOODSE BEGRAAFPLAATS BETH CHAIM
is gepubliceerd in De Gelderlander van 4 mei 2007 en gelezen tijdens een aflevering van het Nieuwscafé te Nijmegen op 25 april 2008. De begraafplaats ligt aan de Postweg.

JOODSE BEGRAAFPLAATS BETH CHAIM

Omringd door wachttorengelijkende
bouwsels leven hier de afwezige doden.

Lees deze zerk achter een leeg graf:

Ter herinnering aan
mijn moeder Reintje Glaser-Sanders
mijn zuster Regina Kaatje Glaser
mijn zuster Kitty Glaser
mijn broer Jacob Johan Glaser
en zijn echtgenote Lilian Glaser-Ganz
allen in de jaren 1940-1945
omgekomen

Omgekomen: Joods understatement.
Waar en hoe
wordt aan de onvoorstelbaarheid
overgelaten.

Joodse dodenakkers zijn in de geest
niet-militaire oorlogsbegraafplaatsen
met in totaal ruim zes miljoen gesneuvelden.

4 mei: Jodenherdenking

In het 2de jaar schreef ik:

DE HERRIJZENIS VAN QUACK
is gepubliceerd in De Gelderlander van 8 september 2007. Door de Nijmeegse stadsarchitect W. Bijlard werd uit een legaat van Adolf Quack in 1926 de Marie-Adolffontein gebouwd; in 1957 werd hij verwijderd en in 2000 herplaatst. Ook gelezen op Radio Gelderland op 22 april 2008. Later opgenomen en door mij van commentaar voorzien in Mijn favoriete gebouw in Nijmegen onder redactie van Nico Nelissen, Arthur Schekermans, Kees Teeken en Frank Willems, Lanaken, voorjaar 2021.

Afbeelding13_quack.jpg

DE HERRIJZENIS VAN QUACK

Iedereen wou met De Stijve op de plaat,
trekker van formaat blijkens prentbrief-
kaarten uit zijn glorietijd. Wie niet met
‘m paarde was niet in Nijmegen geweest.

Paarden dronken van zijn spuitend nat.
Stilaan rees wrevel over Bijlards uitleg
van de laatste wil van schenker Quack,
werd de hybride staat van zuilfontein
gelaakt, neergehaald werd hij geruimd.

Een halve eeuw erna kreeg men weer zin
in hem, oog voor zijn art deco. Te midden
van zijn stralend vocht kwam hij met rood-
granieten schacht en kop onveranderd over-
eind, het opgetogen welkom van de oude stad.

SPANNING
is geschreven op verzoek van het Stedelijk Netwerk Nijmegen dat het gedicht apart uitgaf op 27 september 2007; ook gepubliceerd in De Gelderlander van 28 september 2007 en in Luxity nr. 1, juni/juli 2009.

Afbeelding13_spanning.jpg

SPANNING

Het is geen kwestie, het is in de harten
niemand weet hoe lang het er ligt,
waaraan het lag, waarom het bleef.

Nu ze over hun brug gekomen
zijn, geen stroom meer voor zich weten
elkaar naderen, elkaars grenzen
verkennen, blijft dat ene tussen beide,
een tegendraadse hang, een hangbrug
waarover men schoorvoetend gaat.

Tussen Waal en Rijn rolt de nagalm
van strijd, loopt smal en rafelig het
onuitwisbaar spoor van hoop en glorie.

TRANSFIGURATIE
is geschreven t.g.v. de 93e verjaardag van theoloog dominicaan Edward Schillebeeckx. Het werd hem door mij op 12 november  2007 - zijn verjaardag -  aangeboden en voorgedragen in zijn woning te Nijmegen . Het is ook op die dag gepubliceerd in De Gelderlander. Ook is Transfiguratie opgenomen in ‘Sta op en Loop’ van Fons van Reisen, Kemper Conseil, Leidschendam 2008.

Op 19 december 2011 werd de naam van het Professor Schillebeeckxplein plechtig onthuld. Ter gelegenheid daarvan hield ik een korte voordracht in de Dagkapel van de Dominicuskerk en las ik het gedicht. Als afsluiting van het Schillebeeckx-jaar verscheen op 13 november 2015: Verhalen van een Levende, Theologische preken van Edward Schillebeeckx, bezorgd door Hadewych Snijdewind. Valkhof Pers, Nijmegen. Deze uitgave werd gepresenteerd in de Aula van de Radboud Universiteit Nijmegen bij gelegenheid van het Symposium Grenzen verleggen. Edward Schillebeeckx in vogelvlucht. Het gedicht Transfiguratie vormt de inzet van het boek.

Afbeelding14_transfiguratie.jpg

TRANSFIGURATIE
voor Edward Schillebeeckx

Hoe vaak ontwaarde hij niet in de nacht de drie gezellen van de
meester die wat hogerop te bidden lag. Ze sliepen, zagen niet
hoe diens gelaat ging stralen als de zon, als sneeuw zijn kleed
ging glanzen, witter ‘dan een bleker ooit ter wereld maken kan’.

Ontwaakt aanschouwden ze zijn heerlijkheid. Een plotse
wolk vol licht wierp woorden over hen. Ze verstomden,
hij die toekeek niet: herhaaldelijk ging hij die wonder-

berg van een Tabor op en af, kwam hij beneden in het wit
als Gods heraut van vlees en bloed getuigen van dit droom-
gezicht, de voor hem transparant geworden openbaring Gods.

Waakzaam ving hij in de anderen een vonk op van de mens
van Nazareth, van wat zich aan hem blootgaf van Gods rijk,
de hemel, of waar hij dat klare uitzicht, dieper inzicht, bleef
vermoeden: ‘waar het visioen ontbreekt, verwildert licht een volk.’

Afbeelding16_verhalen_van_een_levende.jpg

TRANSPARANTIE
is in glas gezandstraald opgenomen in het glazen kunstwerk van Giogio Di Montegnacco in de hal van het  ROC-gebouw naast het Centraal Station in Nijmegen . Het is bij de opening van het gebouw op 30 november 2007 onthuld door burgemeester Thom de Graaf en de dag erna gepubliceerd in De Gelderlander van 1 december 2007. In 2022 is de tekst verplaatst naar de glazen voorgevel naast de hoofdingang.

Afbeelding17_transparantie.jpg

TRANSPARANTIE

De school is een draaideur
naar dieper inzicht. Schoor-
voetend, daarna de pas erin
vind je je weg als je meedraait.

Door de school open je jezelf,
verheldert je uitzicht. Je bent
een geslaagder mens als je in
het volle licht weer buiten staat.

JONKERBOS
is geschreven t.g.v. het 60-jarig bestaan van de rooms-katholieke Begraafplaats Jonkerbos te Nijmegen op 1 januari 2008; gepubliceerd in De Gelderlander van 10 januari 2008. Ook gepubliceerd in het Jubileummagazine van Memorandum, blad van Stichting Begraafplaatsen Nijmegen, maart 2009.

foto.jpg

JONKERBOS

Men krijgt hier de ruimte: zeven hectare
park voor hen die weer zullen opstaan.
Een vuurtoren heft zijn eeuwige lantaarn.
Bezoekers komen en gaan door brede lanen
waarin zerken als boeken liggen uitgestald
met in hun titels weinig God, veel hart en
liefde, vrede, hemel. Dood nauwelijks, dat
spreekt voor zich of kun je hier niet maken.

Veel te jonge kinderen grenzen met hun graf-
jes aan een speelwei. Moeders diepen gaven
op uit picknickmanden, dagelijkse kost want
die hier liggen blijven jong van binnen. Hart-
verscheurend de relieken in de takken van de
dode boom die als een totempaal hun dragers
eert. In rijm praat men met de kleinen aan de
overkant alsof een vers die afstand aankan.

Er zijn er die het levenslicht niet konden halen
- van de ene schoot de andere in daalden -
of in de schemer bleven steken. Wat te bevatten
van de tweeling in één graf dat ligt bezaaid met
speelgoed, in een zoete kermis is herschapen.
Het vlindert, twinkelt, tingelt, draait en zwaait.
Alles beweegt om wat vroeg tot stilstand kwam.
Het heet hier Jonkerbos: wat is in een naam?

HEMELVAART en
PERPETUA MOBILIA
zijn respectievelijk geïnspireerd door Roltrap in herhaling en Waterwindmolens, photo-assemblings van Inez Lenders en José Veugen. in het kader van Luister-Rijk-Kijken, Rijk van Nijmegen in Beeld en Woord, Stichting Bora 2008. Gepresenteerd op 30 maart 2008 in het CBK te Nijmegen.
Afbeelding19_Rijk_van_Nijmegen.jpg

HEMELVAART

Met je brave ziel tree voor tree de trap
op, zien waar die heen wil. Goh, hij reikt
tot voorbij de wolken. Jezus, hoe moet je
straks terug met die dieptevrees van je ?

Wat een uitzicht! Als dat geen engelen
zijn! En wat we daar hebben in zijn eeuwig
begin: het goddelijk woord zelve; het lijkt
verdacht veel op dat van jou. Wat een inzicht!

Afbeelding20_hemelvaart.jpg

PERPETUA MOBILIA

‘Je leven is een rad,’ is je voorzegd.
Je zult zien. Bij het water stap je in
een bootje van zo’n reuzending.

Je herinnert je je eerste rad, dat van
avontuur op de kermis: het draaide om
en om het lot dat je getrokken had. 

Daar ga je, de vogels achterna de lucht in.
Op het toppunt intuïtie van goddelijk
overzicht. Hopelijk houden het de spaken.

Je draait door, zelfs het water in, schuitje
wordt onderzeeër. Waterleven trekt aan je
voorbij tot het weer begint te dagen.

Je komt boven, nat en knipperend tegen het
licht, herboren uit de lauwe schoot van
moeder aarde. Bij de oever stap je uit.

Afbeelding21_perpetua.jpg

BETHLEHEM
is geschreven t.g.v. het 5-jarig bestaan van Hospice Bethlehem, Anthoniusplaats 10 te Nijmegen. Het door Evert van Dijk gekalligrafeerde gedicht werd  onthuld op 16 mei 2008 in het Logegebouw te Nijmegen. Het werd ook geplaatst in De Gelderlander van 17 mei 2008.

Het gedicht hangt in de zogenaamde Huiskamer van het Hospice. Voor een goed begrip van de desbetreffende tekst:  in de kapel van het Hospice bevindt zich een boogvormig altaarretabel met twee door Jan Toorop op hout getekende engelen aan weerszijden van het tabernakel; daar bevindt zich ook het Gedenkboek.

Op 1 juli 2010 werd het als zogenaamd literair baken aan een buitenmuur van het Hospice aangebracht. Ter gelegenheid daarvan werd een mapje met 8 prentbriefkaarten uitgegeven van en door het Hospice Bethlehem. Op de achterzijde staat het gelijknamige gedicht Bethlehem. De genese van dit gedicht is als De geboorte van een gedicht opgenomen in Intiem bestaan, over de poëzie van Victor Vroomkoning, Riny Jans, uitgeverij Flanor, Nijmegen 2019.

BETHLEHEM

Een heuvel tilt je uit het leven van de oude Waalstad
in de stilte. Smal is de doorgang naar het laatste pad,
hemelhoog het huis. Wie over zijn genadedrempel raakt
ontwaart de zachte dood die korte metten met je maakt.

Hier begonnen dominicanessen missiewerk te plegen,
in het arme kind van de benedenstad dat van Bethlehem
verzorgend van de bakermat tot aan het openbare leven.

Nu ontfermen leken zich over de mens die er zijn heden
met het eeuwige verwisselt, al maar reizend in zijn bed
van wie hij is geweest naar waar hij straks zal wezen.

Boven kijk je op de brug uit die het brede water overspant.
In een ommezien zul je verdwijnen naar de laatste overkant.

Toorops engelen geven vrijgeleide, het Gedenkboek baart
je naam wanneer de klok luidt en je Bethlehem uit vaart.

Afbeelding22_betlehem.jpgAfbeelding23_bethlehem_gedicht.jpg

Afbeelding24_onthulling_bethlehem.jpg
Afbeelding26_onthulling_bethlehem.jpg
Onthulling buiten door de weduwe en dochters van Piet Hooghof, 9 juli 2010

Afbeelding28_bethlehem_aan_de_muur.jpg

HALLO
Gasmagnaat F.J. Hallo bouwde in 1858 op de Nijmeegse Lindenberg een neogotisch stadskasteel, Bat-Ouwe Zathe, in de volksmond Huis Hallo genoemd, dat in 1954 werd gesloopt; het gedicht is door vormgever René Knip aangebracht op een der gevels van het daar sinds 1972 gevestigde De Lindenberg, Huis voor de Kunsten, bij de introductie van de nieuwe huisstijl op 16 mei 2008. Het werd ook gepubliceerd in De Gelderlander van 24 mei 2008. Nadat letters van het gedicht door weersinvloeden waren afgebrokkeld, heronthulden directeur Teddy Vrijmoet en ik op 8 februari 2019 het gedicht dat nu op een plaquette prijkt in het trappenhuis van De Lindenberg.
Afbeelding29_hallo.jpg
Afbeelding30_hallo.jpg

HALLO
Betreed
mijn kunstnijver
labyrint. Ik ben een soek
in het diepst van mijn verwachten.
Gelaagd geschapen naar de menselijke
maat zal ik verdiepen, boeien en verstrooien.
Naar buiten introvert maar binnenin leg ik me uit.
Mijn bijenkorf zoemt. Zoek, dwaal, ontdek de vindplaats
in jezelf. Verwonder en ontwikkel, wees dilettant en kenner
tegelijk. Proef in mijn werkplaats de schone vrije kunsten. Bestijg
mijn muzenberg aan de oever van de eeuwige rivier, de goden nabij.

TUINFEEST
is geschreven t.g.v. het 10-jarig bestaan van de Open Tuindagen op 14 en 15 juni 2008; vooraf ten gehore gebracht tijdens de high tea. Gepubliceerd in 10 jaar Tuingeluk, Nijmegen, juni 2008.

TUINFEEST

Kom buiten! want vandaag geen ‘eigen tuin’,
het hek staat aan, de hond ligt vast, wees
welkom in ons vrij domein. De rozen heffen
al hun ruikers naar de witte bruid jasmijn,
de pergola’s verzorgen uiteraard de sluier.

Kamperfoelie heeft een muur versierd, hebe
met veronica een bloemtapijt gelegd, gouden
regen druppelt uit de hemel, weigéla wuift
met bonte waaiers en buddleia dirigeert haar
vlinders maar de bruidsbloem feest het meest.

Rododendrons, coniferen en hortensia’s,
vrouwenmantel, buxus, toortsen en catalpa’s,
lijsterbes, cotonéaster, acers, lelies en acacia’s,
clematis, vlier, laurier, kornoelje en spirea’s,
berberis, genista, prikneus, gentiaan en hosta’s:

ze ogen alle fris en vrolijk in hun junikleed,
ook de vijvers met hun vissen en hun kikkers
feesten mee. Kom genieten nu de tuinen met
hun heesters, struiken, planten, gras en bomen
voor de tiende keer weer voor u open liggen.

Afbeeldin31_tuinfeest.jpg
Afbeelding32_tuingeluk.jpg

LUX
is geschreven op verzoek van Piet-Hein Peeters, programma-coördinator afdeling debat van Arthouse Lux te Nijmegen; door hem aan het publiek aangeboden bij zijn afscheid op 3 juli 2008; het gedicht is vormgegeven door Montse Hernandez i Sala die het aanbracht in het horecagedeelte van Lux; ook gepubliceerd in De Gelderlander van 5 juli 2008. Het gedicht hangt nu op de directiekamer.

Afbeelding34_lux.jpg

LUX

Er zij licht: goddelijke wens die door de
eeuwenoude stad vervuld werd; velen
komen eropaf om zich te laven aan de
bron van al het goede, zich te voeden

met de beelden welke in en door dit licht
gaan leven; ieder die er flikkeringen van
het schone opvangt, geeft zich over aan de
ware schijn van schim en spel; men spreekt

en leest er over stad en land en wereld want
men voelt zich vrijer mens, doet zich te goed
aan ambrozijn en nectar, vertoeft toch onder
goden van het witte doek, het hoge woord.

Als men het licht verlaat en huiswaarts gaat,
de dagelijkse schemer tegemoet, gloeit het nog
na en als de nachtelijke beelden komen, droomt
men van het licht waarnaar men weer wil keren.

BOTTENDAAL
is geschreven t.g.v. het Vondelfestival Jong & Oud te Nijmegen op 14 september 2008 ; de tekst werd door vormgever Jac. Splinter aangebracht op een stoel. Het was mijn laatste gedicht als stadsdichter.
Het verscheen in De Gelderlander van 18 september 2008. Het werd gelezen bij de opening van de foto-expositie van Andrea Stultiens in het Dobbelman-Biotexgebouw in Bottendaal op 26 september 2008.
Afbeelding35_bottendaal.jpg
Een gedeelte van dit gedicht werd door kunstenaar Jac. Splinter aangebracht op de stoel die tijdens het festival werd geveild.

BOTTENDAAL

In dertig jaar is Bottendaal
gebouwd vóór WO.I uitbreekt.
Klein maar sterk, de vesting
indachtig waaruit het ontsproot,
geen ‘dal der botten’ meer
maar wakker organisme,
pleegt het openlijke muiterij
- we schrijven mei ‘68 - .

De oude stad moet overstag
voor wat de helden willen:
alle hens aan dek om
Dobbelmans schuim te keren.
Stilaan wordt de koers verlegd:
bedrijven maken plaats voor
menselijker staat. De wijk rijst
tot het hartelijke baken van de stad.

[Van Coehoorns lunetten - Nippelkeet - Thieme - Turmac -
Spoorkuil - Draadfabriek - Het Begin - Gruenestege -
Grand Hotel Du Soleil - Buitenmolen - Zusters van JMJ -
Dobbelmann - Zeehelden - Houtcuylen - Houtberch - Biotex]

[Dekker van de Vegt - Kilsdonk - Maertens - De Schutse -
Tappy Gielen - Mariaschool - Kolping - St. Josephschool -
Verbeterwinkel - Van Gend & Loos - Trouwe Wijkbewoners -
Van de Venne/ Van der Sluijs - Komité van 37 - Paraplufabriek

[De Driemaster - de BOB - Vondelpark - Sportzaal -
Het Bolwerk - ROC - Thiemepark - Campusbaan - SPOKO-
pannaveldje - Wijkcentrum De Burghardt - Behrends 1 en 2 -
DUW - Wijkbibliotheek - Moskeeën - Bottendaal Alive ]

Victor Vroomkoning Tachtig, Zijn mooiste gedichten/ Intiem bestaan, over de poëzie van Victor Vroomkoning Gebroken WitVrije ValParenOmmezienDodemontStapelenHet formaat van waterlandBij verstekVerloren spraakIJsbeerbestaanLippendienstOud zeerEcho van een echoKlein MuseumDe laatste dingenDe einders tegemoetOorlogsgeweld in OoijpolderMijn overbuurvrouw is een meeuwLevensbericht Wam de MoorHet Nijmegengevoel Langs brede rivierenOranjesingel 42 Het BenedenstadsliedIk wou dat ik een vogel wasViering 80ste verjaardag op 6 oktober 2018Vluchtelingen in de stadVroom, frivool, VileinIlja Leonard PfeijfferOmtrent VincentGelderlandDe 100 mooiste wielergedichtenVan Hugo Claus tot Ramsey NasrAvenueDe eerste eeuw van BoonDe Nederlandse poëzie in pocketformaatBoem Paukeslag!Tijd is niks, Plaats bestaatOlifant in BoaDe bruiloft van KanaSchijndel belicht en gedichtPoëzie & beeldenStadsdichters bijeenLuister - Rijk - KijkenArnhem-NijmegenAgenda 2007TransfiguratieVers verpaktVerstild Nijmegen, Agenda 2006Waar ik naar verlang vandaagHet liefste wat ik heb25 jaar Nederlandstalige poëzie 1980-2005Agenda 20051944 - Brabants Centrum - 2004Alles voor de liefdeNooit te vangen met haar eigen penNavel van ’t landSpiegel van de moderne Nederlandse en Vlaamse dichtkunst10 Jaar NijmegenprentDe geur van ieder seizoenHet is vandaag de datumDe mooiste sonnetten van Nederland en VlaanderenHoe wordt je halfopen mond gedichtRoute 65Het mooiste gedichtBr.O.Nr.Geen dag zonder liefdeInversZie de stille minuut van de roosGroesbeekOmmetje DukenburgEen proces in de hersenenKeer dan het getij en schrijf!Circuit des SouvenirsSchrijversportrettenDodemontStapelenHet formaat van waterlandBij verstekIJsbeerbestaanTurning TidesEen zucht als vluchtig eerbetoon